top of page
Stemstoornissen
​
-
Functionele stemstoornissen:
heesheid en/of stemverlies veroorzaakt door verkeerd stem-gebruik (foutieve stemtechniek) of stemmisbruik (bijvoorbeeld veelvuldig roepen) verstaan we onder functionele stemstoornissen. Deze functionele stemstoornissen kunnen ook aanleiding geven tot een organische afwijking, zoals bijvoorbeeld stemplooiknobbels.
​
-
Organische stemstoornissen:
het betreft hier onder andere stemplooi-verlamming, strottenhoofdkanker, laryngitis, ... . Dit leidt vaak tot heesheid en/of stemverlies.
Taalstoornissen
(klik hier voor onze informatiebrochure taalstoornissen en hier voor leerstoornissen)
​
-
Dysfatische ontwikkeling:
of een primaire taalontwikkelingsstoornis. De stoornis treft zowel de ontwikkeling van de taalvorm (verbuigingen en vervoegingen en de zinsbouw), de taalinhoud (woordenschat) als het taalgebruik. Indien de taal zich niet normaal ontwikkelt ten gevolge van een verstandelijke handicap, een gehoorstoornis of een psychische stoornis, spreken we van een secundaire taalontwikkelingsstoornis.
​
-
Dyslexie of dysorthografie:
kinderen met leesstoornissen ondervinden voornamelijk moeilijkheden met het omzetten van schrijftaal naar gesproken taal (dyslexie). Wanneer het omzetten van gesproken taal naar schrijftaal moeilijk verloopt, spreken we van een spellingstoornis (dysorthografie).
-
Dyscalculie:
bij dyscalculie is er sprake van een achterstand voor specifieke rekenvaardigheden.
Links
Algemene informatie:
www.vvl.be
www.sprankel.be
Oefensites spraak -en taal:
www.jufsanne.com
Leerstoornissen:
www.jufjannie.nl
klokrekenen
sommenprinter
maaltafels
apps:
Leesrees - Pelle flitst - Rekenkoning - Juf Jannie (letters leren lezen, leestrein) - Karaton
Spraakstoornissen
(klik hier voor onze informatiebrochure)
-
Articulatiestoornissen:
het betreft hier stoornissen waarbij spraakklanken niet of verkeerd uitgesproken worden.
​
-
Afwijkend mondgedrag:
hieronder verstaan we onder andere mond-ademen, duimzuigen en tongpersen (foutief slikken). Aangezien dit kan resulteren in een spraakstoornis, is het aangewezen om deze problemen vroegtijdig te behandelen. De behandeling van afwijkend mondgedrag gebeurt vaak in overleg met een orthodontist wanneer er sprake is van een gebitsafwijking.
​
-
Motorische spraakstoornissen (dysartrie):
stoornissen in de spierspanning en/of de coördinatie van de spieren zorgen voor een moeilijk verstaanbare spraak. Dit komt onder andere voor bij kinderen met een hersenverlamming of spierziekte, volwassenen met neurodegeneratieve aandoeningen (Parkinson, MS, ALS, ...) of verworven hersenletsels (TIA, CVA, ...).
-
Stotteren:
stotteren kan zich uiten in het herhalen van klanken of woorddelen, het aanhouden van klanken of het blokkeren bij het op gang komen van de stemgeving en de articulatie. Naarmate de stoornis ernstiger wordt, treden secundaire gedragingen op. We zien dan bijvoorbeeld negatieve emotionele en cognitieve reacties. Deze kunnen resulteren in spreekangst en vermijdingsgedrag. Stotteren begint nagenoeg steeds tussen het tweede en het zevende levensjaar. Vroegtijdig ingrijpen is cruciaal om stotteren niet te laten evolueren tot een handicap.
Gehoorstoornissen
​
De stoornis kan variëren van een lichte slechthorendheid tot een quasi volledige doofheid.
De logopedist-audioloog kan onder meer ingeschakeld worden bij de volgende taken:
-
gehooronderzoek
-
revalidatie na het aanpassen van een hoortoestel
-
trainen van het spraakafzien (liplezen)
-
begeleiden van de spraak- en taalontwikkeling bij jonge kinderen met een aangeboren of vroegtijdig verworven gehoorstoornis
bottom of page